Gedragscode voor de begeleider

 
Deze regels zijn opgesteld door de KNLTB, en gelden daarom ook voor ieder lid van onze vereniging.  Waar KNLTB staat kun je lezen KNLTB/ LTC DEM.

 

Inleiding

Dit is een door de ITF en de KNLTB opgestelde gedragscode voor begeleiders. Deze gedragscode geldt specifiek voor begeleiders en is een aanvulling op de Algemene Gedragscode “Fair Play”

Ouders van spelers met welk niveau dan ook moeten er – vooral ook in het internationale circuit – zeker van kunnen zijn dat de leraar, trainer en/of coach van hun kind de inhoud van de gedragscode onderschrijft. De gedragscode is ook van toepassing op ouders van (geselecteerde) jeugdspelers, tenzij in de tekst uitdrukkelijk anders is aangegeven.

De KNLTB hecht veel waarde aan het naleven van onderstaande gedragsregels die bindend zijn voor alle in de tennis- en padelsport actieve leraren, trainers en/of coaches (hierna: de begeleider).

Definitie begeleider

Een begeleider is degene die een sportbeoefenaar in de ruimste zin van het woord begeleidt en/of voor die begeleiding verantwoordelijk is (waaronder in ieder geval begrepen het trainen, coachen en/of verzorgen) op en rondom de plaats waar de sportbeoefening of de voorbereiding daarop plaatsvindt. Onder sportbeoefening wordt in deze definitie begrepen zowel de sportactiviteiten als alle activiteiten die een directe relatie met die sportbeoefening hebben.
Onder ‘begeleider’ wordt in deze gedragscode verstaan:
- trainers;
- coaches;
- leraren;
- sportbegeleiders;
- ouders in functie als begeleider;
- verzorgers in functie als begeleider;
- sporttechnisch kader;
- sport paramedisch kader;
- bestuurlijk kader;
- facilitair kader;
- sport organisatorisch kader (bijvoorbeeld wedstrijdorganisatie e.d.).

De begeleider:

PROFESSIONALITEIT
1. Zorgt voor een veilige omgeving. Schept een omgeving en een sfeer, waarin sociale veiligheid gewaarborgd is en ook zo wordt ervaren. Houdt zich aan de veiligheidsnormen en -eisen.
2. Kent en houdt zich aan de regels – waaronder de statuten, reglementen en besluiten van de (inter)nationale bond – en afspraken. Past de regels en afspraken ook toe en ziet toe op de naleving van regels en normen door anderen. Stelt leerlingen/spelers in staat om
 er meer over te weten te komen (bijvoorbeeld door ze mee te nemen naar voorlichtingsbijeenkomsten). Gebruikt informatie voor het doel van de organisatie. Verklaart vertrouwelijke informatie niet ten voordele noch ten nadele van zichzelf en/of anderen te gebruiken.
3. Voorziet leerlingen/spelers en andere deelnemers van feedback op een zorgzame manier die bij hun behoefte past. Vermijdt te negatieve feedback. Zorgt ervoor dat de opdrachten en trainingen geschikt zijn voor de leeftijd, ervaring, mogelijkheden en de trainingstoestand van de spelers. Is eerlijk en consequent tegen hen. Komt alle beloften en verplichtingen na (ongeacht of deze schriftelijk of mondeling zijn aangegaan).
4. Stelt samen met de leerlingen/spelers en anderen vast welke informatie vertrouwelijk is en respecteert dat. Brengt nooit (privacygevoelige) persoonlijke informatie naar buiten.
5. Gebruikt te allen tijde geschikte trainingsmethoden waar de spelers op de lange termijn (ook) profijt van zullen hebben en vermijdt methoden die schadelijk zouden kunnen zijn. Herkent individuele verschillen bij spelers en denkt altijd aan het langetermijnbelang van iedere speler. Zorgt voor uitdagingen voor iedere speler. Deze uitdagingen dienen haalbaar en motiverend (spannend) te zijn.
6. Moedigt aan en bevordert dat de leerling/speler zijn onafhankelijkheid en de verantwoording op zich neemt voor het eigen gedrag, prestaties, beslissingen en handelingen. Betrekt de leerling/speler bij beslissingen die hem aangaan.
7. Stimuleert een sfeer waarin onderlinge en wederzijdse aanmoediging bestaat onder de spelers. Moedigt de spelers aan elkaar te respecteren en verwacht respect voor het individu, ongeacht het spel- en/of prestatieniveau.
8. Respecteert andere coaches en handelt altijd op basis van vertrouwen en loyaliteit. Gedraagt zich hoffelijk en respectvol, onthoudt zich van kwetsende en/of beledigende opmerkingen of gedragingen.
9. Erkent het recht van de leerling/speler om andere coaches, trainers, leraren en adviseurs te raadplegen. Werkt volledig samen met andere specialisten (bijvoorbeeld sportwetenschappers, dokters, fysiotherapeuten enz.).
10. Heeft een geldige door de KNLTB uitgegeven leraar-, trainer- of coach-licentie.
11. Is zorgvuldig en oprecht bij het vermelden van ervaring en functies.
12. Kent en werkt volgens de spelregels, reglementen en normen en moedigt de spelers aan dat ook te doen. Accepteert zowel de inhoud als ‘de geest’ van de regels.

ETHIEK

13. Behandelt alle leerlingen/spelers gelijk, eerlijk en met respect binnen het verband van hun sportactiviteiten, ongeacht geslacht, leeftijd, ras, land van herkomst, atletisch vermogen, kleur, seksuele geaardheid, geloof, politieke mening, sociaaleconomische status of andere kenmerken.
14. Respecteert het privéleven van de speler. Dringt niet verder in het privéleven van leden dan noodzakelijk is. Gaat tijdens training (stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect om met de spelers en met ruimtes waarin de spelers zich bevinden, zoals de kleedkamer, de douche of hotelkamer.
15. Vermijdt iedere vorm van fysiek grensoverschrijdend gedrag en seksuele intimiteit als gevolg van de macht (en de invloed) die je als trainer over de speler ontwikkelt.
16. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en een minderjarige speler zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
17. De begeleider meldt een affectieve relatie met een speler direct bij het bestuur of verantwoordelijke van de organisatie. De melding wordt met grootst mogelijke zorgvuldigheid behandeld. De begeleider komt de afspraken die met het bestuur of verantwoordelijke van de organisatie zijn gemaakt, ten aanzien van de relatie, na. Bij een affectieve relatie is het de taak van de begeleider om ervoor te zorg te dragen dat de normen van professionaliteit blijven gehandhaafd.
18. Onthoudt zich van elke vorm van seksuele intimidatie. Raakt de speler niet op een zodanige wijze aan dat de speler en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
19. Onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten en emotioneel (machts)misbruik via welke communicatiemiddel dan ook.
20. Vermijd situaties met spelers die als beschadigend of verdacht worden ervaren dan wel zo kunnen worden opgevat. Maakt bij minderjarigen altijd gebruik van het vier ogen principe. Als dit niet mogelijk is, wordt er in principe gebruik gemaakt van een openbare, goed zichtbare ruimte, tenzij er gegronde redenen zijn om dit niet te doen.
21. Is zich bewust van machtsongelijkheid en (soms ook) afhankelijkheid en gebruikt zijn positie niet om op onredelijke of ongepaste wijze macht uit te oefenen. Misbruikt zijn positie niet ten aanzien van persoonlijke, politieke of zakelijke belangen ten koste van het belang van de speler.
22. Ontmoedigt het gebruik van prestatie bevorderende drugs (doping), verboden middelen en het gebruik van alcohol en tabak. Mengt zich niet zonder goede reden in dopingcontroleprocedures of -onderzoeken. Drinkt tijdens het coachen geen alcohol.
23. Respecteert dat het doel voor hem of haar als coach van de speler niet altijd hetzelfde is als het doel voor de speler. Richt zich op succes dat is gebaseerd op realistische doelen en met begrip voor de groei en de ontwikkeling van de speler.
24. Wedt nooit op de sport waar de begeleider betrokken bij is: tennis en padel.
25. Onthoudt zich van andere handelingen die gericht zijn op het onrechtmatig beïnvloeden van uitslagen van wedstrijden, waaronder het indirect opdragen, toestaan en/of iemand in de gelegenheid stellen om de genoemde weddenschappen aan te gaan.
26. Stelt nooit gevoelige informatie beschikbaar die nog niet openbaar is gemaakt en kan worden gebruikt voor het plaatsen van weddenschappen.
27. Neemt geen gunsten, geschenken, diensten of vergoedingen aan van enig persoon, om iets te doen of na te laten dat in strijd is met de integriteit van de sport. Biedt nooit een gunst, geschenk of vergoeding aan in ruil voor iets dat in strijd is met de integriteit van de sport.

VERANTWOORDELIJKHEID

28. Heeft te allen tijde een voorbeeldfunctie waarin de positieve aspecten van sport in het algemeen en van tennis en padel in het bijzonder duidelijk worden getoond en waarin een ideaalbeeld van (sportief) tennis en padel en coaching wordt toegepast. Onthoudt zich van gedragingen en uitlatingen waardoor de sport in het algemeen en tennis en padel in het bijzonder in diskrediet wordt gebracht.
29. Moedigt spelers en andere coaches aan om integriteit te ontwikkelen en te behouden in de relatie tot anderen.
30. Controleert, bij een wisseling van leraar/trainer/coach, of de vorige samenwerking tussen speler en leraar/trainer/coach correct en professioneel is afgesloten.
31. Accepteert en respecteert de rol van officials die ervoor zorgen dat wedstrijden sportief en volgens de regels verlopen.
32. Staat open voor meningen van anderen en toont bereidheid om te leren en te ontwikkelen.
33. Is verplicht (een vermoeden van) seksuele intimidatie, matchfixing of doping, of pogingen daartoe, te melden bij het bestuur van de vereniging of verantwoordelijke binnen de organisatie, het meldpunt van de KNLTB en/of het meldpunt van het Instituut Sportrechtspraak (in geval van seksuele intimidatie of doping).
34. Heeft de plicht de speler te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie en neemt de verantwoordelijkheid om dergelijke situaties te melden bij het meldpunt van de KNLTB.
35. Spant zich in om het onderwerp integriteit bespreekbaar te maken en te houden. Zorgt voor een bepaalde mate van alertheid in de organisatie voor onbehoorlijk en/of grensoverschrijdend gedrag. Stimuleert het melden van ongewenst gedrag. Treedt adequaat op tegen het schenden van regels en normen door spelers, werknemers, supporters en anderen.
36. Is waakzaam en alert op signalen van (mogelijke) overtredingen van deze gedragscode en aarzelt niet om signalen door te geven aan het bestuur, een vertrouwens(contact)persoon, het meldpunt van de KNLTB of het meldpunt van het Instituut Sportrechtspraak (in geval van doping of seksuele intimidatie).
37. In die gevallen waarin deze gedragscode niet (direct) voorziet, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.


Neem contact op met een vertrouwenspersoon als je behoefte hebt aan een luisterend oor. Je kunt geen melding doen bij de vertrouwenspersoon, hij of zij is er om met jou te praten en jou steun en advies te geven.

Waar in deze Gedragscode gesproken wordt over hij/zijn kan daarmee ook zij/haar/hen worden bedoeld.